Nederlanders eten aardappels. Veel aardappelen. Vooral gekookt, het liefst iets te gaar.
Mijn moeder was ook zo’n aardappelfan. Volgens mijn moeder was ik een ‘moeilijke eter’ maar toen ik eenmaal het huis uit was, bleek niets minder waar. Ik hou niet van Hollandse kost. That’s it. Het enige waar ik echt voor te porren ben, is boerenkool stamppot.
Maar dat wil niet zeggen, dat ik aardappelen links laat liggen. Ik mag graag een stevige Rösti maken, of verse aardappelpuree met kruiden.
Niets zo veelzijdig als een aardappel. Mijn schoonvader kookt ook graag en, al zegt hij zelf van niet, op behoorlijk niveau.
Soms is iets simpels, niet te versmaden. Van hem kreeg ik onderstaand recept. Uiteraard heb ik eerst toestemming gevraagd voor het posten.
– Verse, vastkokende aardappelen (Kilo’tje van AH)
– olijfolie
– kruiden naar keuze
Ja het is echt te simpel om waar te zijn:
Was de aardappelen, snij ze doormidden. Bestrijk het snijvlak met olijfolie en strooi er kruiden naar keuze op. Meestal ga ik voor de Italiaanse kruidenmix. Provencaalse kruiden doen het ook goed, of simpel rozemarijn en (zee)zout.
Wat overigens ook erg lekker is, dit doe ik meestal: schenk de olie eerst in een schaaltje, pers een teentje knoflook uit in de olie, en bestrijk dan pas de aardappelen. Lekker!
Dit geheel moet ongeveer een uurtje in de oven op 200 graden. Tussendoor even prikken is slim!
Ik heb gelezen dat als je het zout pas toevoegt nadat de aardappels uit de oven zijn, ze knapperiger worden.
Ik maak ze ook al jaren op deze manier, maar in iets kleinere stukjes gesneden. Bv. met Nicola- of Roseval aardappelen, heerlijk…