Een brood. Een zak met broodjes. Nog een zak met broodjes. Rookkaas. Gewone kaas. Rosbief (Ja echt). Sap. Sap. Brie.
Het was vrijdag. Vrijdag-brooddag. Mijn broer kwam eten, vandaar de rosbief.
Ik somde in mijn hoofd alles nog op. Heb ik alles? Check. Check. Check. ‘Mamma, mag ik de bonuskaart geven?”ja schat dat mag’ check. check. check.
Achter mij een vrouw op leeftijd. Kenmerkend voor dames boven een bepaalde leeftijd, is de haast die zij hebben.
Velen vinden dan vervelend ‘staat zo’n bejaarde voor te dringen. Hele dag niets te doen. Maar oh oh oh wat hebben ze een haast.’
Dat zien jullie verkeerd. Ik bedoel…zou jij op je gemak gaan wachten in de rij terwijl je je laatste levensmaanden, dagen, uren weg ziet tikken?
Ik ga me dus niet ergeren aan de dame die haar boodschappen al op de band propt terwijl ik nog lang niet klaar ben, getuige het feit dat ik mijn rij niet gesloten heb met een beurtbalkje. Daar zorgde deze dame zelf wel voor. Voor dat beurtbalkje. TERWIJL IK NOG NIET KLAAR WAS! Niets aan de hand. Geduld is een schone zaak. Ik heb hopelijk meer tijd dan zij. Op de lange termijn.
Ik schoof wat met het balkje en kreeg het voor elkaar dat al mijn boodschappen op de band lagen. Gelukt!
Dochter geeft de bonuskaart, pakt hem terug, geeft hem aan mij. De kassajuf vraagt mij een geldbedrag, ik pin dat het een lieve lust is en ik wachtte op de vraag of ik restaurantzegels spaar(want die spaar ik).
Ik voel ineens een rollator onder mijn achterste duwen. Snel draaide ik mij om, om afwijzend te bedanken voor de aangeboden zitplaats. Nog voor ik mijn mond open had snepte de vrouw achter mij: ‘u hoeft uw restaurantzegels niet?? Ik wil ze wel! Mag ik ze? Ja ja??’
Wat een geweldige gedachte dat wij tijd genoeg hebben om te wachten. Die had ik vandaag even nodig
Gelukkig nog niet mee gemaakt, wel dat de pinnende betalwr vroeg of ik ze spaarde .. Fijn zo’n rits met zegels 🙂