Je ligt lekker in bed, twee poezen op bed, hond ernaast. Kopje thee op, boekje weg, lekker tegen elkaar aan liggen.
Zo dommel je in slaap.
Tot je een harde knal hoort, gepaard met een lichtflits. Een soort explosie.
Je kijkt uit het raam en ziet rook voor je woning.
Geloof me: dan ben je best een beetje bang.
Ik wilde net de katten onder het bed vandaan halen en hond geruststellen, toen lief riep: nog een!
Weer een harde knal.
‘Ik ga de politie bellen’ zei lief.
Meeluisterend met het gesprek wat lief met de politie voerde, kwam ik te weten dat lief had gezien, dat iemand vanuit de flat ietsnaar buiten gooit, langwerpig met een lontje eraan. Ik dacht zelf aan een molotov achtig iets.
Lief is niet bepaald bang uitgevallen, sprong over het balkon, om te kijken of hij kon zien wie dat had gedaan.
Hij ontdekte vooral een gesprongen ruit!
Even later was de politie gearriveerd, lief liep met de agenten mee naar de plaats waar het gebeurd was. Ze zagen iemand het balkon op lopen. Aangezien politie niets deed, riep lief naar die mensen, die snel weer naar binnen renden. Verdacht, zou je denken.
De politie dacht er anders over.
Die noteerden het (verkeerde) huisnummer van de betreffende woning en….
reden weg.